De talrijke publicaties en tentoonstellingen van de laatste zestig jaar hebben bewezen dat de Belgische artiesten - die de grote Franse impressionisten of de Duitse expressionisten misschien niet evenaarden - zeer opgemerkt werden, waaronder enkelen zelfs in grote mate. Ons klein landje bezit schilders en beeldhouwers, evenals schrijvers en musici van groot talent, alsook een Plejade van ‘kleine meesters’ die de grote artistieke traditie van ons land waardig zijn.
De uitwisselingen tussen Brussel en Parijs waren zeer intens op het einde van de 19de eeuw, begin 20ste eeuw, de Franse impressionisten werden met open armen in onze hoofdstad ontvangen terwijl ze in hun eigen land nog niet helemaal aanvaard werden. De rol van Octave Maus was overwegend op dit gebied en het is belangrijk even te herinneren dat men op 29 november 2019 de honderdste verjaring van zijn overlijden zal herdenken.
Octave Maus, jongste van vier kinderen (1) van Charles (2) magistraat, voorzitter van de rechtbank van 1ste aanleg, en van Victorine Dutreux (3), werd geboren te Elsene in 1856. Na zijn studies bij de Jezuïeten, studeerde hij rechten aan de Vrije Universiteit van Brussel en schreef zich in aan de balie in 1877. Hij was medestichter van de ‘Krant van de rechtbanken’ (Journal des Tribunaux) in 1881 en was tevens het hoofd van de groep die ‘L’Art Moderne’ uitgaf. De Kunst en de Letteren hielden hem al evenzeer bezig als de Rechten! Dan deed er zich een gebeurtenis voor die beslissend was voor de richting die gegeven werd aan zijn carrière: een groep kunstschilders en beeldhouwers scheurde zich af van de beweging ‘L’Essor’, gesticht in 1880, om een jonge en avant-gardistische kunstgroep te creëren. De groep ‘Les XX’ (De Twintig) koos O. Maus als secretaris en men mag zeker zeggen dat hij er de vaandeldrager van was!
Elk jaar nodigden ‘Les XX’ buitenlandse artiesten uit. O. Maus organiseerde, selecteerde en nodigde uit; dankzij zijn activiteit, inzicht en passie bezorgden de jaarlijkse tentoonstellingen de avant-gardistische groep een internationale reputatie. Ze hadden hun hoofdkwartier in Elsene, 27 Rue Berger, de woonplaats van Maus. Hij bezocht de kunstenaars bij hen thuis, zowel in België als in Frankrijk, en ontdekte op die manier diegenen die hij aan het Belgische publiek wilde voorstellen.
Bijna elke keer schreef hij het voorwoord voor de catalogus (4); hij deed dit met durf en subtiliteit. Zijn teksten waren echte manifesten voor het impressionisme, het luminisme, het pointillisme en voor alles wat een nieuwe artistieke taal sprak.
Vergeet niet: deze advocaat en kunstbeschermer verenigde voor de tentoonstellingen van ‘Les XX’ niet alleen werken van de leden en van bepaalde Belgische genodigden, maar ook die van gerenommeerde kunstenaars die in die periode nog worstelden om erkend te worden.
Na de vrijwillige ontbinding van de groep ‘ Les XX’ in 1893 was het logisch dat Maus de belangrijkste persoon was bij de vorming en leiding van de groep ‘La Libre Esthétique’ die haar activiteiten zou stopzetten in 1914 bij het begin van de eerste wereldoorlog. Van bij de eerste tentoonstelling in 1894, waren de exposanten niet alleen talrijk - we tellen er 88 – maar waren hun werken opmerkelijk en zeer in het oog springend wat de critici er niet van kon weerhouden verbijsterd op te merken: “Ik zal de regering interpelleren over de reden waarom ze dachten ‘gemachtigd’ te zijn de zalen van onze musea ter beschikking te stellen aan deze ‘bedrieglijke, valse artiesten’ voor hun ongewenste werken” sterke uitspraak van afgevaardigde A. Anspach. Verder nog: “ Is dit Schilderkunst? Het zal wel! Vuilnis is het!” was het signaal van ‘Le Patriote’. En toch zijn dit nu nog steeds de grote artiesten die zich toen jaarlijks verenigden en waaronder zich meer en meer Belgen mengden, opgespoord door de goede ‘neus’ die Maus was (5).Geleidelijk laat hij ook vertegenwoordigers toe van andere bewegingen zoals het fauvisme, symbolisme, en expressionisme, zelfs ontwerpers van kunstvoorwerpen zoals meubelen, keramiek en glaswerk (6). Maar de rol van deze gecultiveerde en bevlogen man beperkte zich niet enkel tot de schilderkunst en de beeldhouwkunst, Maus was ook de verdediger van de vernieuwing op muzikaal en literair vlak. Op de jaarlijkse salons van 1883 tot 1914, werden de lezingen over kunst, theater, poëzie en muziek dikwijls door hem zelf gehouden, vaak ook door eminente sprekers. Hij ging om met schrijvers als Edmond Picard, Georges Rodenbach, Stéphane Mallarmé, Emile Verhaeren, Maurice Maeterlinck die zijn vrienden waren. Hijzelf hanteerde een elegante pen, een aangename stijl en was zeker geen slecht schilder.
Als uitstekend pianist trad hij soms op als solist op de concerten en muziekavonden bij zijn nicht Anna Boch die regelmatig een publiek samenbracht in haar huis. Maus introduceerde bij ons op die vier jaarlijkse concerten, de muziek van de nieuwe Russische (7) en Franse (8) scholen. Net zoals bij de schilderkunst presenteerde hij naast de onbetwiste werken de meest gedurfde en de meest tegenstrijdige voorstellen van die tijd. Gedurende een dertigtal jaar maakt de klassieke en romantische muziek van de 18de en 19de eeuw plaats voor Belgische auteurs (Peter Benoit, Joseph Jongen, Théo Ysaye en anderen (9) maar ook voor andere Europeanen (10). Hij was één van de eerste en trouwste Wagner aanhangers van zijn tijd en trouwe pelgrim van de festivals van Bayreuth.
Hij had veel van zijn tijd doorgebracht tussen Brussel en Parijs, waar al zijn vrienden woonden en ook in de Savoie waar hij graag verbleef, maar bij het begin van de eerste wereldoorlog bevond hij zich in Frankrijk. Hij vertrok naar Zwitserland, woonde en werkte er: hij stelde zich ter beschikking van de Belgische regering, schreef voor kranten, organiseerde tentoonstellingen, bekommerde zich om zijn gevluchte landgenoten en gaf lezingen om onze artistieke rijkdom bekend te maken.
De hartziekte waar hij al jaren aan leed, werd hem fataal in november 1919. Hij behield zijn inzet en strijdlust tot op het einde.
Er werd geen monument voor hem opgericht hoewel hij het zeker verdiend had maar zijn weduwe gaf hem het mooiste eerbetoon door veel belangrijkere sporen na te laten:
Langzaam nadert de honderdste verjaardag van zijn overlijden en terwijl we de periode in de Kunst belichten waarvan hij zoveel hield, mogen we niet vergeten hoe sterk de naam Maus gekoppeld is aan de nagedachtenis van alle gevechten in de intellectuele en artistieke wereld. Hij heeft de Belgische kunst doen zegevieren en heeft schrijvers, dichters, muzikanten en kunstenaars - vooral deze die uit Frankrijk kwamen - met elegantie en vrijgevigheid ontvangen.
Geboren in 1856 in Elsene
Overleden in 1919 in Brussel